JOHN: ‘Je kent ze wel en je kent ze ook weer niet.’ Sorry voor het cryptisch begin Wanda. Ik heb het over de mensen die ik ‘s morgens vaak tijdens mijn wandelingen tegenkom (de vroeglopers) of die mij voorbij lopen. Zelf haal ik niemand in. Ik loop mijn ik-wil-onderweg-ook-nog-wat-zien-tempo. Slechts van een echtpaar ken ik de namen. Met hen wissel ik regelmatig een woordje. Toen ik nog werkzaam was kwam ik op weg naar mijn werk ze ook tegen; De onbekende bekenden. Je groet elkaar en wanneer je ze mist denk je ‘oh hij/zij heeft vast vakantie.’ In de 20 jaar dat ik naar Oss reed knipperde ik met de autolichten altijd naar twee bestuurders met eenzelfde auto als ik en in mijn 32-jarige carrière als motorrijder stak ik altijd de hand op naar medecoureurs. Máár alleen naar Bé-Em-Doubleyou-rijders. Haha. Ik voel een nationale ‘dag van de onbekende bekenden’ aankomen.’ Misschien vandaag maar doen? Oh ja, nog een verzoek aan de twee dames die mij, vanaf de veerpont, ’s morgens achterop komen. Ik loop minstens 100 meter, (in tijd 64 seconden) in jullie scherpe parfumwolk. Het kan en mag wel wat minder gespuit. (Gratis tip: Moschino gebruiken.) Is beter voor het milieu, voor mij en zeker voor mijnheer Jan de Reiger die iedere morgen aan de waterkant op mij staat te wachten. Hij is wel een bekende van me. Zou hij mij herkennen? En zo ja; wáár aan? Doei!
WANDA: Wat mooi John, ik heb direct enkele bekende onbekenden in mijn hoofd zitten.. Regelmatig kom ik een oudere man tegen tijdens het wandelen. Ik ken hem niet, maar altijd word ik blij van zijn enthousiaste begroeting. Soms heeft hij gras vast, in mijn beleving is dat voor zijn huisdier, ik denk een konijn. Of hij opa is weet ik niet, maar ik schat hem in als een ontzettende lieve die dol is op zijn kleinkinderen. Of het beeld klopt? Ik zou het hem gewoon eens moeten vragen. Ook zie ik vaak een vrouw druk met het verzamelen van zwerfafval. Ik groet haar altijd met een lach, waarmee ik haar wil zeggen dat ze goed bezig is. Natuurlijk zou ik het haar eens moeten zeggen, dat compliment verdient ze. Ze is altijd ijverig, en helaas is haar actie hard nodig, er ligt altijd rommel in de bermen. Ooit liep ik een keer op met een man en zijn prachtig bruine hond. Of ... eigenlijk liep ik met de hond, want die bleef telkens bij mij in de buurt waardoor ik met zijn baasje in gesprek raakte. Het was een kort maar gezellig gesprek. Sinds die ontmoeting groeten we elkaar met een blik van herkenning, maar ik zou niet weten hoe hij, en zijn mooie hond heten. Ik zou het toch eens moeten vragen. Vandaag is een mooie dag voor de onbekende bekenden, ik ben voor. Waarschijnlijk zijn wij voor anderen ook een onbekende bekende. Het zou leuk zijn als ik dat gewoon eens van iemand mocht horen. HaHa.