Taal is essentieel om mee te kunnen doen!
Overloon- Sinds 2015 werkt Rita van Iersel als docent Nederlands voor anderstaligen, NT2 docent, bij het Asielzoekers Centrum van Overloon. Een bijzondere baan waar ze over vertelde tijdens een avond ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag van de Vrouwen van Nu Boxmeer.
Door Wanda Laarakkers in DeBoK
De taal spreken van het land waarin je woont is essentieel om te kunnen meedoen in de samenleving. Wanneer asielzoekers in afwachting zijn van een verblijfsvergunning is het volgen van lessen Nederlands op vrijwillige basis. Kinderen onder de 18 jaar zijn hierop een uitzondering, zij gaan direct naar school. Een statushouder, een asielzoeker met een verblijfsvergunning, die niet meer woonachtig is op het AZC, is verplicht een inburgeringscursus te volgen. Het leren van de Nederlandse taal is hier een onderdeel van.
Nadat ze 35 jaar had gewerkt als bankemployée, schoolde Rita van Iersel zich om tot docent Nederlands voor anderstaligen, NT2 docent. Iets waar ze nooit spijt van kreeg. Rita: “Dit werk is geweldig om te doen.”
De groepen zijn gevuld met tien cursisten, mannen en vrouwen ouder dan achttien jaar. Vanwege oorlog, onderdrukking, religie of andere redenen zijn ze gevlucht uit hun geboorteland, landen als Syrië, Afghanistan, Eritrea, Iran en Turkije. “Soms zitten er wel vijf of zes nationaliteiten in de groep, dat maakt mijn werk bijzonder. Ik zeg wel eens, ik hoef niet de hele wereld over, de wereld komt naar mij toe!”
Wanneer een asielzoeker zich aanmeldt voor Nederlandse les, wordt met een taalleerbaarheidstoets bekeken op welk niveau deze kan instromen. De taalgroepen zijn ingedeeld in drie niveaus: Alfa (analfabeten en anders-alfabeten) Laag, en Midden-Hoog. Het aanleren van de Nederlandse taal aan anderstaligen gaat vaak gepaard met handen en voeten. Plaatjes op thema’s zijn hierbij belangrijk. In een van de eerste lessen wordt het vervoegen van de werkwoorden ‘hebben’ en ‘zijn’ geleerd. Mensen die Engels kunnen hebben het vaak snel door. De kracht is herhaling, in elke les behandel ik basisvragen als; wie ben je en waar woon je? Woordenschat is het allerbelangrijkste.”
De groepen zijn dynamisch, wanneer iemand twee maanden na binnenkomst een huis heeft, is hij direct weer weg. Want wanneer asielzoekers het AZC verlaten, neemt de gemeente het over. “De groep wisselt steeds, je moet flexibel zijn en gedifferentieerd les kunnen geven. De kunst is het om relaxed te blijven. Daarnaast is het belangrijk een luisterend oor te bieden, mensen hebben veel meegemaakt voordat ze hier komen. Ze moeten zich veilig voelen. Het geeft een voldaan gevoel als ik na een tijdje een gesprek kan voeren met een cursist in het Nederlands, of in ieder geval dat er begrepen wordt wat ik zeg. Daar doe ik het voor, dat is mooi. Na de sluiting van het AZC van Overloon zal ik aan het werk gaan op een ander AZC.”
De Vrouwen van Nu Boxmeer konden terugkijken op een leerzame en interessante avond.