Boxmeer/Sambeek- Na veertig jaar neemt Willy (Wiel) Vloet afscheid als voorzitter van joekskapel Kuulvoer. Begin jaren tachtig werd dit feestorkest opgericht onder het genot van een potje bier bij café de Stip. Met Wiel op het wasbord bezorgen zij hun publiek bij vele activiteiten een vrolijke noot.
Door Wanda Laarakkers in DeBok, foto John Hoffman
“Ik heb geprobeerd op een tuba te blazen, maar toen de hond achter de bank kroop wist ik dat ik het beter bij het wasbord kon laten,” lacht Wiel Vloet (79) uit Boxmeer, voorzitter bij joekskapel Kuulvoer. De hofkapel stopte ermee en een stel Stip-gangers vonden dat carnaval niet zonder muziek kon. Wiel: “Allemaal wilden we muziek maken, sommigen konden alleen geen noot lezen, waaronder ikzelf. Het wasbord werd tot mijn instrument gebombardeerd en dat is altijd zo gebleven. We spelen vooral carnavalsmuziek, maar ook buiten het carnavalsseizoen hebben we regelmatig optredens.”
De naam Kuulvoer heeft geen diepgaande betekenis. Wiel: “Iemand zei; dan kun je net zo goed Kuulvoer heten! Zo simpel ging het.” Als enige Boxmeerse vond de rest van de club dat Wiel maar voorzitter moest worden. “Af en toe moest ik beslissingen nemen, maar ben vooral goed in delegeren.”
Vooral tijdens carnavalsactiviteiten als de boerenbruiloft en pronkzitting laat Kuulvoer van zich horen. Al 38 jaar zijn zij onafgebroken vaste deelnemer van de Sambeekse optocht en sinds 2003 aan de Rosenmontagszug in Goch met hun zelfgebouwde wagen. Maar ook al tien keer maakte maakt het feestorkest een reis naar het Duitse Sigmaringen waar ze spelen op het dorpsfeest. Als betrokkenen bij de gehandicaptensport vroeg Wiel zijn medemuzikanten of zij voor een groep mensen met een beperking wilden spelen op een Sinterklaasactiviteit. Met één Sint en de rest als Piet is dit na 38 jaar nog steeds een dankbare activiteit.
Wanneer de muzikantengroep op pad is, wordt er wel eens een potje bier genuttigd. De kans is groot dat de voorzitter dan in slaap valt. Behalve wanneer iemand een valse noot speelt. Dan gaat er één oog open, volgt er een afkeurend woord en valt Wiel weer in slaap. “Wat we allemaal hebben meegemaakt is eigenlijk met geen pen te beschrijven,” blikt Wiel terug, “met zoveel plezier hebben we onze muziek overgebracht naar het publiek. Er kwamen mensen bij, gingen er weg, en ontvielen ons helaas ook, maar we zijn uitgegroeid tot een hechte vriendenclub. Nu is het voor mij tijd om te stoppen als voorzitter en het stokje over te dragen aan Johan Vloet. Mijn wasbord heb ik met pensioen gestuurd. Ik heb het gegeven aan een meisje van het toeristenbureau in Sigmaringen. Maar, ik heb er nog zeven, dus laat zeker mijn gezicht nog eens zien bij Kuulvoer.”