Oeffelt- Wat begon met rondjes fietsen om het huis op een stadsfiets mondde uit in diverse Nederlandse titels op de baan. Baan- en wegwielrenner Philip Heijnen timmert hard aan de weg om zijn ultieme doel, de Olympische Spelen, te behalen.
Door Wanda Laarakkers in DeBoK
“Mijn vader keek graag wielrennen op televisie, ik zag dat en wilde het ook wel eens proberen,” vertelt Philip Heijnen (20). “Op mijn tiende jaar pakte ik mijn gewone stadsfiets en begon met sjezen van rondjes rondom ons huis in Oeffelt. Toen mijn vader zag hoe leuk ik het vond, kocht hij een wielrenfiets voor me.” Die fiets stond amper stil. Het televisieprogramma ‘Allez Allez Zimbabwe inspireerde de jonge wielrijder diverse scenes na te spelen, met zijn vader als commentator. Gestimuleerd door een fietsenmaker in de buurt klopte Philip aan bij een wielrenvereniging in Uden. “Toen is het balletje gaan rollen!”
Een jaar nadat hij startte met wielrennen reed Philip zijn eerste wedstrijd en het jaar daarop ging hij voor het eerst de baan, een ovale overdekte piste, op. Van de club in Uden, belandde hij in Arnhem om daarna in Apeldoorn, Utrecht en Sint Willebrord te gaan rijden. “Het waren veel uurtjes in de auto samen met mijn vader. Voor trainingen zijn we veel naar Amsterdam gereden dat was vermoeiend. In 2014 werd het serieus en dacht; ik wil iets bereiken in de wielersport. Nu train ik in Apeldoorn. Het leukste van deze sport vind ik de snelheid. Op de baan bereik ik snelheden van 75 km/u. Dat is echt gaaf. Ik ben geen sprinter, maar een echte duurrenner.”
Een dagelijkse training op de fiets is vaste prik, maar ook krachttraining, core-stabilaty en rek- en strekoefeningen staan in Philips’ trainingsschema. Naast trainingen en wedstrijden in Nederland en landen als Australië, Frankrijk, Tsjechië, Denemarken en Portugal, volgt Philip een studie. “In Nijmegen volg ik Marketing en communicatie op de Young talent academy. Mijn klas zit vol topsporters, van voetballers tot ijshockeyers. Hier wordt rekening gehouden met je sportcarrière naast school.”
Het vele trainen werpt zijn vruchten af. Philip wist door de jaren heen meerdere podiumplekken en titels te behalen op de Nederlands Kampioenschappen. Ook samen met koppelgenoot Vincent Hoppezak bleef hij niet onverdienstelijk. “Mijn eerste indruk van Vincent was niet positief, maar toen Fulco van Gulik, coach van u23 Nederlandse baanselectie, ons selecteerden, bleek het ontzettend goed te klikken. We voelen elkaar goed aan, wat ook doorwerkt in de sport. We hebben al een paar mooie wedstrijden samen kunnen winnen.”
Hoe de toekomst eruit ziet weet Philip nog niet. “Het is bij (baan)wielrennen net als bij iedere andere sport, er zijn er maar een paar die de top kunnen bereiken. Mijn doel is op de Olympische Spelen van 2024 of 2028 te staan. Lukt dat niet, dan vergaat de wereld niet. Ik heb nu in ieder geval een superleuke tijd.”